Dit doen wij

Kwaliteitsverbetering en landschappelijke inpassing

Geplaatst: 19-12-2017

Kwaliteitsverbetering van het landschap. Landschappelijke inpassing. Termen die u misschien wel eens heeft gehoord als u overweegt om een bestemming te wijzigen. Of als er rondom stallen en percelen een brede groenstrook wordt aangelegd. Maar wat betekenen deze termen?

In De Wet ruimtelijke ordening is geregeld dat provincies eigen regels kunnen opstellen die door gemeenten moeten worden toegepast bij ruimtelijke besluiten. De provincie Noord-Brabant heeft daar gebruik van gemaakt, en de Verordening ruimte vastgesteld. Hierin wordt de provincie opgedeeld in gebieden. Per gebied zijn regels opgesteld voor ontwikkelingsmogelijkheden (deze zullen we in een volgende nieuwsbrief toelichten). Daarnaast zijn er algemene regels opgenomen ter bevordering van de ruimtelijke kwaliteit; een ruimtelijke ontwikkeling moet bijdragen aan de zorg voor het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit. Dit is in de hele provincie van toepassing en wordt uitgesplitst in:

  • De zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit (zorgvuldig ruimtegebruik)
  • De kwaliteitsverbetering van het landschap

 

Kwaliteitsverbetering landschap

In dit artikel gaan we in op de kwaliteitsverbetering van het landschap. Bij een ruimtelijke ontwikkeling in het buitengebied bent u verplicht een fysieke verbetering van het landschap te realiseren. Deze verbetering kan worden gerealiseerd door:

  • De landschappelijke inpassing van gebouwen;
  • Het toepassen van landschapselementen;
  • Behoud of herstel van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing;
  • Het wegnemen van verharding;
  • Het slopen van bebouwing;
  • Een fysieke bijdrage aan Natuur Netwerk Brabant en ecologische verbindingszones.

Voor een bestemmingswijziging is op grond van gemeentelijke beleid en provinciale regels vaak sloop van gebouwen noodzakelijk. Daarnaast wordt meestal een landschappelijke inpassing vereist. Als dit het geval is wordt door een van onze landschapsarchitecten een landschappelijk inpassingsplan en een beplantingsplan opgesteld. Op basis van kengetallen wordt gekeken of deze inpassing overeenkomt met de benodigde kwaliteitsverbetering.

 

Minimale basisinspanning

De kwaliteitsverbetering van het landschap moet volgens een handreiking van de provincie een minimale basisinspanning van 20% van de waardevermeerdering van de grond omvatten. Een voorbeeld:

Een agrarisch bouwvlak van 10.000 m2 wordt omgezet in een woonbestemming van 1.500 m2. De waardevermeerdering (alleen grondwaarde) is dan:

Waarde agrarisch bouwvlak:           10.000 m2 x  € 25,- per m2          = € 250.000,-

Waarde woonbestemming:              1.500 m2 x  € 200,- per m2         = € 300.000,-

Waarde overige agrarische grond:   8.500 m2 x  € 5,- per m2             = € 42.500,-

 

Waardevermeerdering: € 342.500,- minus € 250.000,-                      = € 92.500,-

Benodigde kwaliteitsverbetering: 20% van € 92.500,-                       = € 18.500,-

 

Gemeenten kunnen eigen normbedragen vastleggen waarop de basisinspanning gebaseerd wordt. Ook mogen zij een hogere basisinspanning hanteren. De meeste gemeenten hebben inmiddels beleid opgesteld voor de kwaliteitsverbetering. Sommige gemeenten hebben dit samen gedaan voor een hele regio (bijvoorbeeld Hart van Brabant).

 

Verzekering

Er moet worden aangetoond hoe deze fysieke kwaliteitsverbetering financieel, juridisch en feitelijk wordt verzekerd. Vaak wordt gekozen voor een anterieure overeenkomst tussen de initiatiefnemer en de gemeente, of een borging in het bestemmingsplan via een bestemming en/of voorwaardelijke verplichting.

 

Meer informatie

Heeft u vragen over kwaliteitsverbetering of landschappelijke inpassing? Neem dan contact op met Antoinet Voogt-van Erp via 013 5199458 of aintoinetvoogt@vandunadvies.nl.

 

Nieuws overzicht