Dit doen wij

Brabant houdt vast aan streng veehouderijbeleid

Geplaatst: 28-10-2019

Vrijdag 25 oktober jl. hebben Provinciale Staten een besluit genomen over de Interim Omgevingsverordening. Brabant houdt vast aan de versnelde transitie veehouderij. Ook de beleidsregels voor de aanpak van het stikstofprobleem blijven overeind.

De belangrijkste wijzigingen in de Verordening natuurbescherming (Vnb) en Verordening ruimte (Vr) zijn;

  • Beide verordeningen zijn opgegaan in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant.
  • Alle veehouderijen krijgen uitstel voor het indienen van een vergunningaanvraag/melding tot en met 1 april 2020. Dit geldt ook voor bedrijven die brongerichte maatregelen willen treffen. De realisatiedatum van 1 januari 2022 blijft staan.
  • Veehouders die een innovatief stalsysteem voor ogen hebben dat nu nog geen RAV-code heeft, maar waarvan aannemelijk is dat het aan de provinciale normen kan voldoen, krijgen uitstel voor de aanvraag van een omgevingsvergunning. De deadline van 1 april 2020 komt voor deze veehouders te vervallen. Dit dient echter wel voor 1 april 2020 kenbaar gemaakt te zijn aan het bevoegd gezag. 
  • Bedrijven in de categorie A6 + A7 en C1, C2 en C3 (vleesstieren, fokstieren, overig vlees/rundvee en geiten incl. opfok en lammeren) moeten hun vergunningaanvraag/melding indienen voor 1 januari 2021. Verleende vergunningen moeten voor 1 januari 2023 gerealiseerd zijn.
  • Het uitstel van 2 jaar voor stro(oisel)stallen geldt alleen voor melkrundveehouderijen. 1 januari 2020 wordt 1 januari 2022 en 1 januari 2022 wordt 1 januari 2024. Dit geldt alleen voor grondgebonden bedrijven met een natuur- inclusieve bedrijfsvoering en maximaal 2,0 GVE per hectare.

Voor stoppers (2022/2024) blijven de regels overeind en zijn er geen wijzigingen in de voorwaarden. Een overzicht van de belangrijkste punten uit het eerdere bestuursakkoord betreffende de transitie veehouderij vindt u hier.

 

Provinciale beleidsregels aanpak stikstofprobleem

Waar andere provincies de beleidsregels van 8 oktober jl. hebben aangepast of ingetrokken, heeft Brabant geen wijzigingen aangebracht. De beleidsregels voor het verlenen van een vergunning Wet Natuurbescherming blijven overeind.

Er zijn echter nog steeds veel onduidelijkheden over de uitvoering. Op 1 december 2019 willen de provincie en het Rijk hun beleid op elkaar afgestemd hebben, dan zal er hopelijk meer duidelijkheid komen. De provincie Brabant kan naar aanleiding van dit overleg de beleidsregels mogelijk herzien.

Aan het eind van dit bericht vindt u nogmaals de belangrijkste punten uit de provinciale beleidsregels van 8 oktober jongstleden.

 

Meer informatie

Heeft u vragen over de gevolgen voor uw bedrijf? Neem gerust contact met ons op via telefoonnummer 013-5199458 (Ulicoten), 0493-745015 (Someren), 0486-450160 (Reek) of via info@vandunadvies.nl.

U kunt natuurlijk ook rechtstreeks contact opnemen met uw vaste adviseur.

 

 

 

 

Belangrijkste punten uit de provinciale beleidsregels aanpak stikstofproblematiek

Onderstaand vindt u nogmaals de belangrijkste punten uit de beleidsregels die de provincies op 8 oktober hebben vastgesteld, hierin zijn de voorwaarden uitgewerkt voor vergunningverlening door gebruik te maken van interne of externe saldering. 

 

Bronmaatregelen

Als bronmaatregelen worden de volgende algemene oplossingen genoemd:

Landbouw:                       

  • Versnelling naar circulair en klimaatneutraal voedselsysteem.

Melkveehouderij:             

  • Versnelling naar grondgebondenheid, eerst in omgeving van N2000 gebieden. Vrijkomende gronden inzetten voor boeren die omschakelen naar kringlooplandbouw.

Intensieve veehouderij:     

  • Kringlopen sluiten op een zo laag mogelijk niveau.
  • Anders met mest omgaan;
    • Scheiden dikke en dunne fractie
    • Mest snel uit stal afvoeren
    • Deze innovaties stimuleren vanuit kabinet (subsidieregeling)

Stoppers:                         

  • Bedrijven die willen stoppen worden geholpen om ruimte te bieden voor blijvers, vrijwillige sanering.

Sanering:                         

  • Met name in omgeving van N2000-gebieden warme sanering waarbij piekbelasters als eerste in aanmerking komen. Er wordt hierbij ook gekeken naar andere aspecten (geur/fijnstof/gezondheid).

Beweiden/ bemesten:        

  • Er wordt een voorstel voor een praktische oplossing gedaan op basis van het verwachte advies van de commissie Remkes in december 2019.

Subsidie bronaanpak:       

  • Er wordt een subsidieregeling opengesteld voor brongerichte aanpak van schadelijke meststoffen (ammoniak en methaan).

 

Vergunning Wet natuurbescherming

Als u beschikt over een natuurvergunning en deze volledig heeft benut zijn er geen gevolgen.

Onbenutte vergunde ruimte in bestaande stallen mag nog opgevuld worden. Als u de vergunning in bestaande stallen nog niet volledig hebt benut of nieuwe stallen nog moet realiseren kan de overheid gaan handhaven en deze zogenaamde latente ruimte alsnog intrekken. Een eventuele nadere aanpak hiervoor is nog niet bekend.

 

PAS-melding

Heeft u tijdens de periode dat de PAS in werking was (1-7-2015 tot 29-5-2019) een melding voor uw bedrijfssituatie gedaan?  Dan zit u, sinds de uitspraak van de RvS van 29 mei jl., in feite zonder vergunning. De minister is voornemens om de meldingen die daadwerkelijk zijn gerealiseerd te legaliseren. Wat als gerealiseerd wordt gezien en welke peildatum hiervoor geldt wordt nog uitgewerkt.

 

Beleidsregel salderen

Om vergunningverlening weer mogelijk te maken hebben de provincies inmiddels beleidsregels opgesteld, die veelal op 8 oktober vastgesteld zijn. Deze beleidsregels hebben met name betrekking op intern en extern salderen. Bij uitbreiding/wijziging van een bedrijf kan van één van deze maatregelen gebruik worden gemaakt.

Hierbij wordt het rekenmodel Aerius voorgeschreven als primair rekenmodel. Aerius is echter slechts voor een deel weer beschikbaar. Met de huidige versie van Aerius kunnen geen berekeningen worden gemaakt voor mechanisch geventileerde stallen en voor bedrijven binnen 3 kilometer van een Natura 2000-gebied. De nieuwe  versie van dit programma wordt pas in januari 2020 verwacht. Tot die tijd kan de provincie voorschrijven dat er een ander rekenmodel ter ondersteuning wordt gebruikt, waardoor er in sommige situaties toch vergunningen verleend zouden kunnen worden.

 

Referentiedatum

In de beleidsregels is ook opgenomen wat de uitgangssituatie is voor bedrijven die nog geen verleende natuurvergunning hebben. Deze uitgangssituatie is gelijk gehouden met de situatie zoals deze gold vóór inwerkingtreding van de PAS.

Voor bedrijven zonder vergunning moet worden gekeken naar de relevante referentiedata van de Natura 2000-gebieden. Deze referentiedatum kan terug gaan naar 10 juni 1994. Voor het overgrote deel van de gebieden is de referentiedatum echter 7-12-2004. Wanneer na deze datum een vergunning is verleend met een lagere ammoniakemissie geldt deze lagere emissie als uitgangssituatie.

 

Intern salderen

Wanneer u uw bedrijf wilt uitbreiden is het mogelijk om intern te salderen. Dit betekent dat er binnen bestaande stallen/installaties extra reductie wordt toegepast om zo een uitbreiding te compenseren. Om een daling van de stikstofemissie te verkrijgen zijn hier voorwaarden aan verbonden:

  • ­Alleen intern salderen met activiteiten die daadwerkelijk zijn toegestaan en feitelijk zijn gerealiseerd (op het moment van indienen van de aanvraag);
  • ­Voor agrarische bedrijven wordt de emissie per stal verlaagd tot de eisen die zijn opgenomen in het Besluit emissiearme huisvesting. Als de emissie al lager is, wordt deze lagere emissie aangehouden;
  • ­Als een bedrijf niet voldoende dierrechten/fosfaatrechten heeft voor de aanwezige situatie wordt de emissie verminderd tot de dieraantallen die volgens de dierrechten/fosfaatrechten zijn toegestaan;
  • ­Als er op 4 oktober 2019 al aantoonbare stappen/investeringsverplichtingen zijn genomen voor realisatie van een uitbreiding mag deze uitbreiding wél worden betrokken in de uitgangssituatie;
  • Voor enkele rundveehouderijen is er een uitzonderingssituatie opgenomen vanwege de wijziging van het fosfaatrechtenstelsel op 1 maart 2017.

De gestelde voorwaarden in de beleidsregel kunnen op verschillende punten nog tot discussie leiden. Wij gaan de komende tijd in overleg met vergunningverleners om hier meer duidelijkheid over te krijgen.

 

Extern salderen

Wanneer met intern salderen niet voldoende stikstofruimte kan worden verkregen bestaat de mogelijkheid om extern te salderen. Dit betekent dat door het wegnemen van stikstofemissie bij een andere bedrijf per saldo geen sprake is van een toename van stikstofdepositie. Ook aan externe saldering zijn voorwaarden verbonden voor met name het saldo-gevende bedrijf:

  • Directe samenhang tussen beide bedrijven (door bijvoorbeeld een overeenkomst);
  • Maximaal 70% van de emissie van het bedrijf mag worden gebruikt. Deze emissie wordt berekend door de feitelijk aanwezige situatie passend binnen een vergunning/melding te nemen waarbij (voor veehouderijen) wordt uitgegaan van de maximale emissiewaarde die van toepassing is voor deze diersoort (of een lagere emissie);
  • Binnen de provincie Noord-Brabant moet worden uitgegaan van de maximale emissiewaarde die in de Verordening natuurbescherming is opgenomen;
  • De saldo-gevende  bedrijven mogen niet zijn gestopt tussen 1-7-15 en 1-7-18 en mogen niet binnen 1 km van een Natura 2000-gebied liggen;
  • Emissies van bedrijven die deelnemen aan de stoppersregeling of een (warme) saneringsregeling mogen niet worden gebruikt voor externe saldering.

Zoals is beschreven in de kamerbrief zullen bij externe saldering ook de fosfaat-/dierrechten worden ingenomen. Omdat deze mogelijkheid nog niet wettelijk is vastgelegd kan externe saldering met andere veehouderijen pas plaatsvinden als deze wetgeving is vastgesteld. Stoppende bedrijven die geen fosfaat-/dierrechten hebben (bijvoorbeeld paarden- of geitenhouderijen) kunnen al wel extern salderen.

 

Voorbeeld saldo-gevend bedrijf

Een bedrijf heeft 3 stallen gerealiseerd voor de huisvesting van 500 vleesvarkens per stal. Op twee stallen is een luchtwasser geplaatst met 85% ammoniakreductie.

De vergunde ammoniakemissie is: 1.950 kg.

De ammoniakemissie met toepassing van Besluit huisvesting is: 2.400 kg.

De ammoniakemissie met toepassing van voorwaarden Noord-Brabant: 675 kg.

 

Wanneer dit bedrijf stopt en de ammoniakrechten gaat verkopen mag maximaal 70% van de emissie worden gebruikt om de depositieberekening te maken:

Buiten de provincie Noord-Brabant betekent dit dat 1365 kg kan worden ingezet.

Binnen de provincie Noord-Brabant betekent dit dat 472,5 kg kan worden ingezet.

 

Intrekken vergunning

De provincie zal in vergunningen voorschriften opnemen dat een verleende vergunning kan worden ingetrokken wanneer binnen 3 jaar na het onherroepelijk worden (gedeeltelijk) geen gebruik is gemaakt van de vergunning.

 

Nieuws overzicht