Dit doen wij

Ongewisse toekomst voor veehouderij

Geplaatst: 21-07-2017

Op vrijdag 7 juli heeft Provinciale Staten (PS), na een marathonvergadering, rond middernacht besloten om de gewijzigde Verordening Ruimte en Verordening Natuurbescherming vast te stellen. De vergadering ontwikkelde zich al vrij snel tot een vertoning vol met populistische betogen, een beschaafde bureaucratie onwaardig. Van een zinvol debat, waarin voldoende ruimte was om standpunten en feiten met elkaar en de toehoorders uit te wisselen, was geen sprake.

Het resultaat van een vergadering van meer dan 12 uur over één onderwerp was een besluit dat, op een paar weinig zeggende moties na, vrijwel volledig overeen kwam met het voorstel dat enkele weken eerder door Gedeputeerde Staten aan PS was aangeboden. Voor een voorstel met zulke verstrekkende gevolgen is dit erg opmerkelijk. Zeker ook vanwege de vele reacties die hierop uit de maatschappij zijn gegeven. Alle insprekers, zowel mondeling als schriftelijk, zagen hoe Gedeputeerden en Statenleden zonder enige vorm van empathie hun betoog terzijde schoven alsof het overdreven of zelfs gelogen zou zijn.

De coalitie heeft duidelijk ruimschoots van tevoren gezamenlijk het doel bepaald, en heeft daarbij aan elkaar beloofd dat hier niet aan getornd wordt. Hoe ver van tevoren is niet helemaal duidelijk: Het najaar van 2016, toen de resultaten uit de mestdialogen gepresenteerd werden? Of misschien al veel eerder, nog voordat de mestdialoog werd ingezet? Dit laatste is zeker niet uitgesloten, want reeds in de zomer van 2016 werd duidelijk dat Gedeputeerde Van den Hout met zijn voornemen om de stikstofregels voor veehouderijen te verzwaren op ramkoers zat. Gedeputeerde Spierings was op dat moment nog meer bezig met de inhoud van haar dossier, een tot in de puntjes gestuurde mestdialoog. De deelnemers aan deze dialoog vanuit de veehouderij en de periferie (waaronder wijzelf) kregen het gevoel dat hun bijdrage ertoe deed. Uiteindelijk herkennen zij maar weinig van hun inbreng in het beleid dat uit deze dialogen is voortgekomen.

Op zaterdag 8 juli 2017 (net na middernacht) heeft Provinciale Staten uiteindelijk besluiten genomen. Hierna volgt een korte weergave van de inhoud van deze besluiten.

Staldering

In de Verordening ruimte is de stalderingsregeling opgenomen. Deze regeling houdt in dat bij een uitbreiding van een veehouderij met hokdieren (varkens, kippen, vleesvee en geiten) tenminste 110% van de oppervlakte van de uitbreiding moet worden gesloopt of herbestemd.  Het gaat om uitbreidingen van dierenverblijven inclusief bijbehorende voorzieningen (zoals voerkeuken, technische ruimte, luchtkanaal).

Om te voorkomen dat door uitbreiding van bedrijven een nog verdere concentratie in bepaalde gebieden optreedt is Midden- en Oost-Brabant opgedeeld in 5 stalderingsgebieden. Deze gebieden zijn op onderstaand kaartje te zien. De te slopen stallen moeten in hetzelfde stalderingsgebied liggen.   

Staldering                  

De oppervlakte aan stalderingsmeters moet worden verkregen via het provinciaal stalderingsloket. Dit loket regelt de inname en uitgifte van de m2 aan dierenverblijven binnen de verschillende stalderingsgebieden. Als een bedrijf stopt met de veehouderij (dit kan door beëindiging of herbestemming) kan dit bedrijf een overeenkomst sluiten met de provincie om de m2 op te nemen in het stalderingsloket. Het is niet mogelijk om de oppervlakten aan stallen naast staldering ook te gebruiken voor de Ruimte-voor-ruimte-regeling.

Bedrijven die willen uitbreiden moeten ook een overeenkomst sluiten met de provincie om de m2 toegekend te krijgen. Voor het verkrijgen van de m2 dient een bedrag betaald te worden. De provincie heeft aangegeven dat er een regeling wordt gemaakt waardoor dit bedrag niet hoeft te worden voorgefinancierd. Hoe de exacte regeling eruit gaat zien en wat de kosten van de stalderingsoppervlakten gaan bedragen is nog niet bekend. De provincie heeft aangegeven dat ze de komende 2 maanden het beleid rondom stalderen gaan uitwerken en dat vanaf medio september de overeenkomsten met ontwikkelende bedrijven kunnen worden gesloten (het stalderingsloket is dan pas volledig operationeel).

Dit betekent dat de stalderingsregeling inmiddels in werking is getreden zonder dat vooraf een deugdelijke uitwerking van de regeling heeft plaatsgevonden. Hierdoor ligt vergunningverlening voor uitbreidingen van veehouderijen binnen het stalderingsgebied voorlopig stil.

Mestverwerking

Sinds november 2015 geldt er in Brabant een bouwstop voor nieuwe- en uitbreiding van bestaande mestverwerkingsinstallaties. Voor deze bouwstop waren mestbewerkingsinitiatieven ook mogelijk in het buitengebied (bijvoorbeeld bij loonwerkbedrijven).

De regeling is gewijzigd zodat in principe grootschalige mestverwerkingsinitiatieven alleen worden toegestaan op daarvoor geschikte bedrijventerreinen. Het blijft nog wel mogelijk om op de veehouderijlocatie de eigen mest te bewerken. Daarnaast is het onder voorwaarden mogelijk om mest van samenwerkende melkveehouderijen op één locatie te bewerken (tot maximaal 25.000 ton mest).

Voor initiatieven op bedrijventerreinen is door de provincie aangegeven dat op korte termijn een toetsingskader wordt opgesteld om de gezondheidseffecten van deze initiatieven op de omgeving te beoordelen. Uitgangspunt van dit beleid wordt waarschijnlijk dat er geen sprake mag zijn van uitstoot van bacteriën en virussen vanuit de installatie. De verwachting is dat dit beleid eind 2017 nader uitgewerkt is.

Ook meer uitbreidingsmogelijkheden?

Vanuit de provincie wordt aangegeven dat het nieuwe beleid ook ruimte biedt voor agrarische ondernemers (veehouderijen) om hun bouwvlak te vergroten. Bedrijven krijgen de ruimte om het bouwvlak te vergroten tot meer dan 1,5 hectare mits ze aan een aantal voorwaarden voldoen.

De eisen die hieraan worden gesteld zijn voor een reguliere veehouderij echter dermate streng dat een verdere uitbreiding feitelijk niet tot de mogelijkheid behoort. Zo moet bijvoorbeeld een BZV-score van 8,5 (ipv 7,25) behaald worden, terwijl het vrijwel onmogelijk is om zo’n hoge score te halen.

Bouwstop voor geitenhouderij

Tot slot is er in de vergadering van Provinciale Staten een amendement aangenomen waarbij er sprake is van een bouwstop voor geitenhouderijen. Dit in verband met mogelijke gezondheidsrisico’s die geitenhouderijen veroorzaken. De bouwstop is afgekondigd tot 2020, en blijft in ieder geval gelden tot het moment dat er meer informatie bekend is over de gezondheidseffecten.

Verordening natuurbescherming

De belangrijkste wijziging van de Verordening natuurbescherming is de verplichting dat stallen die ouder zijn dan 20 jaar bij rundvee en 15 jaar bij overige diercategorieën per 2022 moeten voldoen aan de maximale emissiewaarden zoals opgenomen in bijlage 2 van de verordening. In deze bijlage 2 zijn daarnaast nieuwe, aanzienlijk strengere emissie-eisen opgenomen, met uitzondering van varkensstallen; hiervoor gold al een Provinciale verplichting om 85% reductie te behalen en dat blijft zo.

Ook voor stallen voor jongvee, geiten en vleesstieren zijn nu hoge emissiereducties voorgeschreven. Voor deze diercategorieën zijn nog geen erkende emissiereducerende technieken beschikbaar;  maar de provincie wil zelf aansluiting zoeken bij bestaande technieken bij melkrundvee (voor jongvee en vleesstieren) en de varkenshouderij (bij geiten).

De datum van 1-1-2022 geldt alleen voor bedrijven die op dit moment voldoen aan het Besluit emissiearme huisvesting en voor 1-1-2020 een aanvraag hebben ingediend om de stallen aan te passen. Wanneer niet tijdig een aanvraag wordt ingediend moet per 1-1-2020 al worden voldaan aan de maximale emissiewaarden.
Bedrijven die momenteel deelnemen aan de stoppersregeling ammoniak (voor varkens en pluimvee) en besluiten om na 1-1-2020 door te gaan met het houden van dieren voldoen op dit moment nog niet aan het Besluit emissiearme huisvesting, en moeten per 1-1-2020 hun stallen aangepast hebben.

Tijdens de vergadering is een amendement aangenomen waarin veehouderijen die op bedrijfsniveau al voldeden aan de eisen die voorheen golden op 1-1-2028, mogelijkheden krijgen om de stallen aan te passen zonder dat de bedrijfsvoering in gevaar komt. Dit betekent dat deze bedrijven een afwijkende termijn krijgen om de stallen aan te passen. Deze bedrijven hebben immers recent al investeringen gedaan om te voldoen aan de toen geldende eisen. De provincie ziet in dat het voor deze bedrijven financieel niet mogelijk is om de stalsystemen aan te passen nu deze recent zijn gerealiseerd (kapitaalvernietiging). Hoe dit amendement uiteindelijk wordt vertaald naar beleid is nog niet duidelijk; de verwachtingen zijn niet hoog ten aanzien hiervan, en eventueel uitstel zal ongetwijfeld gepaard gaan met allerlei voorwaarden.

Ongewisse toekomst

Het beleid van de provincie Noord-Brabant zoals dit is vastgesteld op 8 juli heeft verstekkende gevolgen. Feit is, dat er wéér extra voorwaarden worden gesteld aan de uitbreiding van veehouderijen. Wat de exacte gevolgen zijn voor individuele ontwikkelingen kan pas worden bekeken als er meer duidelijkheid over de stalderingsregeling is (kosten, procedure etc.).

Ook het gewijzigde beleid uit de Verordening natuurbescherming heeft verstekkende (financiële) gevolgen voor de bedrijfsvoering. Bedrijven moeten nu ineens binnen 5 jaar bestaande stallen aanpassen om te kunnen voldoen aan het nieuwe provinciale beleid.

De extra investeringen hebben natuurlijk grote gevolgen voor de kostprijs van de Brabantse veehouders; die zal nog verder stijgen. Hierdoor wordt het kostprijsverschil met de rest van Nederland en Europa alleen maar groter. Met name de kleinere gezinsbedrijven zullen hiervan de gevolgen gaan ondervinden.

De strengere regels zullen door velen worden aangevochten, en uiteindelijk zullen rechters zich erover buigen. Advocaten zijn van oordeel dat er juridisch gezien veel gebreken kleven aan het beleid. Het zal echter nog wel enige tijd duren voordat er gerechtelijke uitspraken liggen, tot die tijd moeten we rekening houden met dit nieuwe beleid.

Meer informatie

Wij houden de ontwikkelingen uiteraard nauwlettend in de gaten. Mochten er wijzigingen plaatsvinden dan houden wij u op de hoogte via onze website of nieuwsbrief. Voor vragen omtrent deze aangescherpte regels kunt u geheel vrijblijvend contact met ons opnemen via 013-5199458 of info@vandunadvies.nl.

Nieuws overzicht